Over de dichtbundel CROW van Ted Hughes

 

Tegen het eind van mijn theologiestudie, ruim 40 jaar geleden, schafte ik een van de grimmigste en ‘zwartste’ mij bekende dichtbundels aan, Crow, van de Engelse dichter Ted Hughes (1930-1998). Met een kraai als ‘hoofdpersoon’ en gebruik makend van allerlei mythologische (vooral Bijbelse) beelden stelt de dichter de onvolkomenheid van de schepping en het falen van de Schepper aan de kaak. Het apocalyptische en duistere (bij tijden humoristische) karakter van de bundel sprak mij als jonge, zoekende theoloog wel aan; al denk ik dat ik nu beter in staat ben de portee van deze poëzie te vatten dan toen. Net als twee andere belangrijke Engelse dichters, Philip Larkin en Stevie Smith, twijfelde Ted Hughes fundamenteel aan de betekenis en toekomstkansen van het christendom in de geseculariseerde consumptiemaatschappij, zoals die zich vanaf de jaren vijftig ook in Engeland begon te ontwikkelen. (Hughes vond uiteindelijk geestelijke rust en levensvreugde in de natuur, waarvan hij -net als Stevie Smith- zowel de schoonheid als de wreedheid bezong.)

Ted Hughes had persoonlijk alle reden om boos te zijn op God en zich te beklagen om zijn lot. Zijn eerste vrouw, Sylvia Plath, leed aan zware depressies als gevolg van een bipolaire stoornis (zoals haar aandoening heden ten dage wordt genoemd). Een jaar na hun scheiding in 1962 pleegde zij zelfmoord. Haar tragische dood, min of meer aangekondigd in haar roman The Bell Jar (De glazen stolp) en haar na haar dood verschenen en nog altijd geprezen, tweede dichtbundel Ariel (1965) bezorgden Sylvia Plath postuum veel literaire roem. Ze werd ook al snel tot feministisch icoon verheven, uiteraard met de weduwnaar en beheerder van haar literaire nalatenschap, Ted Hughes, in de beklaagdenbank. Zes jaar later pleegde Hughes’ minnares Assia Wewill suïcide, waarbij zij ook hun 4-jarig dochtertje Shura meenam in de dood. De dichter (die in 1984 Engelands Dichter des Vaderlands werd) zou pas in de kort voor zijn dood in 1998 gepubliceerde dichtbundel Birthday Letters met 88 gedichten zijn stilzwijgen verbreken over zijn relatie met Sylvia Plath.

Crow verscheen voor het eerst in 1970 en werd aan Assia en Shura opgedragen. 

Vijftig jaar na dato verscheen, in oktober 2020, de eerste complete Nederlandse vertaling van Crow door Daan Doesborgh bij uitgeverij De Bezige Bij te Amsterdam.

Lees ook de prachtige roman over Ted Hughes van Connie Palmen, Jij zegt het. Uitgegeven door Prometheus Amsterdam en in 2016 bekroond met de Libris Literatuurprijs.

Auteur: Leo Mesman

Studeerde ooit theologie en werd vakbondsmedewerker. Nu met pensioen. Maakt gedichten en foto’s, die hij graag deelt met anderen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.